In navolging van zijn goede vriend Basilius liet Gregorius een veelbelovende carrière als leraar achter zich en koos voor het monastieke en priesterlijke leven.

In 375 werd hij tot bisschop van Constantinopel gekozen - een stad die al meer dan veertig jaar door de Arianen werd gedomineerd. Bij zijn aankomst werd Gregorius slecht ontvangen door de mensen, vooral vanwege zijn bescheiden uiterlijk - hij was bescheiden gekleed en kaal. Maar door zijn krachtige preken over de Drie-eenheid won hij uiteindelijk hun bewondering en kreeg hij de vereerde titel "Theoloog".

Hij stierf in 390 en zijn overblijfselen rusten nu in de Sint-Pietersbasiliek in Rome.