Het onderzoek, dat de basis vormde voor het boek "Children, Young People and Media: (Dis)Connected Lives? Proceedings of the bYou Congress", concludeerde dat jongeren "vier uur per dag besteden aan hun mobiele telefoons, drie uur aan sociale media, twee uur aan televisie kijken, twee uur aan de computer/tablet, een uur aan video's kijken, een uur aan muziek luisteren, een uur aan videospelletjes spelen en 30 minuten aan het lezen van boeken en het lezen/kijken of luisteren naar het nieuws."

Uit het onderzoek, waaraan gemiddeld 1.131 kinderen en jongeren tussen de 11 en 19 jaar deelnamen, bleek dat luisteren naar de radio, podcasts en het lezen van kranten in gedrukte vorm of online activiteiten zijn waaraan de steekproef bijna geen tijd besteedt.

"Nationale en internationale studies hebben aangetoond dat sociale media een centrale rol spelen in mediapraktijken, vooral bij jongere generaties. Kinderen en jongeren maken steeds meer gebruik van deze platforms en ontwikkelen hun repertoires op basis van de rollen en betekenissen die ze aan elk netwerk toekennen," aldus het boek.

Uit een onderzoek onder 390 Portugese jongeren tussen de 11 en 19 jaar, verdeeld over acht schoolgroepen op het Portugese vasteland, bleek dat het bekijken van video's, posts van vrienden, beroemdheden en mensen die ze bewonderen, het communiceren met vrienden, collega's en familie, en het produceren en publiceren van hun eigen foto's en video's de meest voorkomende toepassingen van sociale media zijn.

"Minder gebruikelijk is het delen van nieuws en informatie, evenals nieuwsonderzoek", aldus de onderzoekers.

Zoeken naar informatie, nieuws en leren is een praktijk die voornamelijk wordt genoemd door leerlingen uit groep 12, die het sociale mediaplatform X voornamelijk gebruiken om toegang te krijgen tot nieuws, terwijl "het lezen van nieuws een zorg lijkt te zijn voor een minderheid van de steekproef."

In die zin zijn "de meest voorkomende toepassingen van sociale media het bekijken van audiovisuele inhoud die gerelateerd is aan hun persoonlijke interesses en surveillancepraktijken. Op de tweede plaats staat interactie met vrienden en collega's, gevolgd door het maken en plaatsen van foto's en video's."

Er werden ook sekseverschillen in online gedrag gevonden: terwijl jongens sociale media vooral gebruiken om video's over videogames en sport te bekijken, lijken meisjes de voorkeur te geven aan inhoud over dansen, koken en humor.

Wat betreft de productie van inhoud voor sociale media zijn meisjes de belangrijkste producenten, vooral van foto's en video's, waarvoor ze TikTok en Instagram gebruiken.