Dezelfde media onthullen dat het verschil tussen de Portugese spaarquote en het Europese gemiddelde het hoogste niveau in anderhalf jaar heeft bereikt.

De gegevens zijn vrijgegeven door Eurostat, waaruit blijkt dat van de acht landen die al gegevens hebben ingediend, Portugal onderaan de lijst staat van landen waar de euro als eenheidsmunt wordt gebruikt.

In totaal hebben 14 lidstaten hun resultaten met betrekking tot de spaarquote van het land al ingediend. Als de landen waar de euro niet wordt gebruikt worden meegeteld, stijgt Portugal één positie en staat het boven Polen.

Contrast met de Europese Unie

De Portugese gegevens staan in contrast met de gemiddelde Europese spaarquote van 14,97% en de gegevens in de eurozone van 15,5%. Volgens ECO vertoont de spaarquote van Portugese huishoudens dus het grootste verschil met het Europese gemiddelde sinds het vierde kwartaal van 2023, zoals blijkt uit de gegevens van Eurostat.

De gegevens van Eurostat laten verschillen zien ten opzichte van de gegevens van het Nationaal Instituut voor de Statistiek(INE) die in september werden gepubliceerd. Het Portugese instituut voor de statistiek voorspelde een spaarquote van 12,6% in het eerste kwartaal van 2025, hoger dan de 11,95% geregistreerd door Eurostat. Het verschil in resultaten wordt volgens ECO verklaard door verschillen in de berekenings- en aanpassingsmethoden voor bepaalde indicatoren tussen de twee statistische instellingen.

Niet-relevante stijging

Ondanks de lichte stijging van 0,12 procentpunt ten opzichte van het eerste kwartaal, blijft het groeipercentage nog steeds achter bij dat van de meeste andere Europese landen. In het tweede kwartaal van 2025 steeg volgens Eurostat, geciteerd door ECO, "de spaarquote van huishoudens in negen lidstaten van de Europese Unie en daalde in vijf". Het statistisch platform benadrukt Finland (+2,2%) als het land met de grootste stijging van de spaarquote, gevolgd door België (+1,5%) en Zweden (+1,3%).

Waarom sparen Portugezen minder?

Volgens ECO is er geen logische en eenduidige verklaring voor de lage spaarquote in Portugal in vergelijking met andere Europese landen.

ECO wijst erop dat de Portugese spaarquote beïnvloed kan zijn doordat de Portugese lonen onder het Europese gemiddelde blijven, waardoor het moeilijker is om geld te sparen. Aan de andere kant wijst hetzelfde mediakanaal erop dat de last van vaste lasten zoals huisvesting, energie en voedsel het budget van Portugese gezinnen zodanig kan beïnvloeden dat sparen onhaalbaar wordt.

Verhoogde investeringsquote

Eurostat onthult nog een indicator die het budget van huishoudens beïnvloedt: de investeringsquote.

Terwijl de spaarquote verwijst naar het inkomen van huishoudens dat niet wordt besteed aan consumptie, geeft de investeringsquote het inkomen weer dat beschikbaar is voor investeringen, bijvoorbeeld in de aankoop of renovatie van een huis.

In het tweede kwartaal bedroeg de investeringsquote van Portugese huishoudens 6,27%, een stijging van 0,28% ten opzichte van het vorige kwartaal. Volgens ECO liet geen van de acht lidstaten van de eurozone en de 14 landen van de Europese Unie zulke positieve resultaten zien als Portugal.

Hoewel er een stijging was in het tweede kwartaal, blijft de investeringsquote van Portugese huishoudens onder het gemiddelde van de eurozone, dat 8,96% bedroeg. Uit de gegevens blijkt dat Portugese huishoudens niet zoveel in hun eigen woning kunnen investeren als in andere Europese landen. Volgens ECO kunnen de gegevens erop wijzen dat de hoge huizenprijzen en de moeilijke toegang tot hypothecaire leningen van invloed zijn op de investeringen van Portugese huishoudens.

Consumptiegedrag

De besparingen van huishoudens houden rechtstreeks verband met het consumptiegedrag, dat volgens INE in het tweede kwartaal met 1,4% steeg. Het beschikbare inkomen van huishoudens steeg echter met 1,5%, wat het lichte herstel van de spaarquote verklaart. Het INE, geciteerd door ECO, onthult dat "de consumptie in reële termen met 0,7% is gestegen in het jaar dat eindigde in het tweede kwartaal van 2025. De stijging van de consumptie wordt echter nog steeds afgeremd door de inflatie.

Investeringen in woningen

Wat de investeringen in woningen betreft, onthult het INE dat "de investeringen van huishoudens, die voornamelijk betrekking hebben op woninggerelateerde activa, in het tweede kwartaal met 4,3% zijn gestegen". Het geregistreerde investeringscijfer van 6% blijft echter onder het gemiddelde van de eurozone.

Portugees geval

Het geval van Portugal wordt nog relevanter als we kijken naar de Europese context.

Volgens Eurostat is "in het tweede kwartaal van 2025 de reële consumptie van huishoudens per hoofd van de bevolking in de eurozone met 0,3% gestegen", ondanks een daling van 0,1% in het voorgaande kwartaal. Dit gebeurt allemaal terwijl "het reële inkomen per hoofd van de huishoudens met 0,5% is gestegen", ondanks een stijging van 0,1% in het eerste kwartaal van 2025. Hieruit blijkt dat het inkomen van Europese huishoudens sneller groeit dan de consumptie, wat de accumulatie van spaargeld ten goede zou kunnen komen.

Het fenomeen is vergelijkbaar in de Europese Unie, waar "in het tweede kwartaal van 2025 de reële consumptie van huishoudens per hoofd van de bevolking in de Europese Unie met 0,4% toenam", na een daling van 0,3% in het voorgaande kwartaal. Tegelijkertijd steeg het "reële inkomen per hoofd van de huishoudens met 0,6%", nadat het in het eerste kwartaal van 2025 stabiel was gebleven.

Eurostat benadrukt ook dat de stijging van het reële inkomen per hoofd van de bevolking in de eurozone tijdens het tweede kwartaal "voornamelijk wordt verklaard door de positieve bijdrage van de beloning van werknemers en andere sociale uitkeringen dan sociale overdrachten in natura", terwijl tegelijkertijd "de inkomensbelastingen en netto sociale premies de grootste negatieve bijdragen leverden in zowel de eurozone als de Europese Unie".

De gegevens laten zien dat ondanks de loonstijging in Europa, belastingen en sociale premies het inkomen van huishoudens negatief blijven beïnvloeden.