Het evaluatierapport over de implementatie van de pariteitswet, dat in september werd afgerond, werd ingediend bij de wetgevende vergadering en het ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport maakte enkele conclusies bekend.

In een verklaring zei de regering dat "de pariteitswet doorslaggevend is geweest voor het vergroten van de politieke vertegenwoordiging van vrouwen, het waarborgen van een minimale en stabiele aanwezigheid op kieslijsten en het teweegbrengen van veranderingen in de praktijken van politieke partijen sinds de inwerkingtreding van de wet".

Maar "ondanks de geboekte vooruitgang is volledige gelijkheid in de uitoefening van de politieke macht nog niet bereikt."

"Geen van de verkiezingen die na de herziening van 2019 werden gehouden, bereikte de drempel van 40% daadwerkelijk verkozen vrouwen, wat een kloof blootlegt tussen formele pariteit in kandidaatstellingen en daadwerkelijke pariteit in besluitvormingsposities," staat er.

Het ministerie, geleid door Margarida Balseiro Lopes, geeft ook aan dat "structurele en culturele barrières blijven bestaan binnen politieke partijen en instellingen, namelijk de ongunstige positionering van vrouwen in verkiesbare posities, hun concentratie in minder zichtbare gebieden, de moeilijkheden om een evenwicht te vinden tussen politiek en gezinsleven, en de toenemende blootstelling aan politiek geweld, vooral in de digitale ruimte."

In de verklaring wordt er ook op gewezen dat deze wet "van toepassing is op kieslijsten, maar niet op de samenstelling van de machtsorganen die na de verkiezingen worden ingesteld" en dat "er asymmetrieën blijven bestaan in de toepassing van de wet in het lokaal bestuur en tekortkomingen in de gegevensverzameling en het toezicht".

In het evaluatierapport over de toepassing van de pariteitswet wordt aanbevolen om "het beginsel van gelijke vertegenwoordiging (50/50) met verplichte afwisseling van mannen en vrouwen op de lijsten toe te passen" en om "de wet uit te breiden tot andere machtsorganen, zoals assemblees en intergemeentelijke organen, en de mechanismen voor toezicht en transparantie te versterken".

In deze verklaring maakt de regering van de gelegenheid gebruik om haar engagement te herhalen om "de gelijkheid tussen vrouwen en mannen in het politieke leven te verdiepen, in het besef dat formele gelijkheid slechts de eerste stap is op weg naar een volledig inclusieve democratie."