Lancellotto kreeg zijn eerste opleiding in Castronuovo en studeerde later in Venetië en Napels. Hij werd op zesentwintigjarige leeftijd tot priester gewijd en oefende aanvankelijk het kerkelijk recht uit. Een leugentje dat hij vertelde tijdens een ruzie bracht hem echter tot diepe wroeging, wat hem ertoe aanzette zijn juridisch beroep op te geven.

Hij werd geïnspireerd door de woorden: "De mond die liegt, doodt de ziel" uit de Schrift. Deze ervaring bracht hem ertoe zich toe te wijden aan het heilig ambt en uiteindelijk in 1556 toe te treden tot de Theatijnse Orde, waarbij hij de naam Andreas aannam.

Als Theatijn werd Sint-Andreas Avellino bekend om zijn deugden en toewijding. Hij werd Meester van de Novicen en later overzag hij verschillende huizen binnen de Orde. Hij legde zichzelf extra geloften op, waaronder het tegenwerken van zijn eigen neigingen en het streven naar voortdurende perfectie. Hij stond bekend om zijn vurige liefde voor God en besteedde veel tijd aan bidden en werken voor het zielenheil. Hij was ook een vriend van de heilige Charles Borromeo, die hem om advies vroeg over kerkelijke zaken.

Sint-Andreas stond bekend om zijn vroomheid en er werd gezegd dat hij wonderen had ervaren. Eén zo'n geval betrof een hemels licht dat hem en een metgezel leidde tijdens een storm toen ze het Viaticum droegen. Hij had ook visioenen en de gave van profetie. Hij was zeer toegewijd aan het lijden en de dood van Jezus Christus en het Heilig Sacrament.

Sint-Andreas Avellino is de beschermheilige tegen een plotselinge dood. Dit komt door de omstandigheden van zijn dood. Op 10 november 1608, achtentachtig jaar oud, bereidde hij zich voor om de mis op te dragen toen hij een beroerte kreeg en stierf.

Hij is ook beschermheilige van Napels en Sicilië.