Slechts 6,7% van de leerlingen in Portugal leert twee of meer talen op de middelbare school, waarmee het land ver onder het Europese gemiddelde van 60% zit, volgens gegevens van Eurostat.
Dit resultaat plaatst het land onderaan de ranglijst, samen met Ierland en Spanje, en contrasteert met de realiteit van verschillende lidstaten waar deze praktijk bijna universeel is.
Volgens Público, dat het Eurostat-rapport aanhaalt, is het geregistreerde percentage in Portugal licht gedaald ten opzichte van 2022, met 0,8 procentpunten. Van de landen met de hoogste waarden voeren Frankrijk (99,8%), Roemenië (99,1%) en Tsjechië (98,5%) de lijst aan. In het beroepsonderwijs is het verschil nog groter. Alleen in landen als Roemenië (97,2%) of Finland (85%) leren de meeste studenten twee of meer talen, terwijl Malta, Spanje en Griekenland een restpercentage hebben.

In Portugal is Engels veruit de meest bestudeerde taal, met 96% van de studenten in wetenschappelijke en menswetenschappelijke programma's en 80,1% in het beroepsonderwijs. In het reguliere onderwijs komt Spaans op de tweede plaats (27,1%), gevolgd door Duits (21,2%), Frans (20,8%) en Italiaans (3,2%). In het beroepsonderwijs nemen Duits (18,1%), Frans (14,1%), Spaans (6,6%) en Russisch (2,3%) de volgende plaatsen in.
Het nationale curriculum vereist Engels van klas 1 tot en met 9, maar vanaf de middelbare school is slechts één vreemde taal vereist in het algemene onderwijs van de meeste opleidingen. In het geval van de cursus Taal en Literatuur is het mogelijk om twee talen te studeren, maar dit is de uitzondering die de regel bevestigt - de meeste studenten beëindigen de middelbare school zonder regelmatig in contact te komen met meer dan één vreemde taal.