"Het is nog te vroeg voor meer concrete gegevens, maar op dit moment hebben we 75% deelname in het onderwijs, met veel scholen gesloten, 90% van de universitaire en polytechnische kantines zijn gesloten, en in de gezondheidssector hebben we nog geen cijfers, maar die wordt ook getroffen," vertelde Jaime Santos, voorzitter van de Onafhankelijke Unie van Werknemers van Publieke Organisaties en Sociale Ondersteuning (SITOPAS), aan Lusa.

SITOPAS heeft opgeroepen tot twee dagen van staking, op donderdag en vandaag, tegen de voorstellen van het door de regering gepresenteerde arbeidspakket, dat zij beschouwt als een "gebrek aan respect voor werknemers" en dat betrekking heeft op werknemers in de centrale, regionale en lokale overheidsadministratie.

In verklaringen aan Lusa verklaarde Jaime Santos dat de staking geen politieke motieven heeft, dat het tegen de voorstellen van de regering is en betere werkomstandigheden voor iedereen eist.

De voorzitter van SITOPAS bekritiseerde ook de uitspraken van de premier over het verhogen van het nationale minimumloon naar 1.600 euro en beschouwde deze als een gebrek aan respect voor werknemers.

"Wat betreft de staking van gisteren [donderdag]. In tegenstelling tot wat de regering zei, was er een grote opkomst. Je hoefde alleen maar door de straat te lopen om dat te zien," merkte hij op.

Naast wijzigingen in de arbeidswetgeving eisen de werknemers een vergoeding voor gevaarlijk en onhygiënisch werk in risicovolle functies, een algemeen pensioenfonds voor iedereen, een maaltijdvergoeding van negen euro en een betere beloning voor technische assistenten en senior technici.

Ze eisen ook de invoering van een loopbaantraject voor onderwijsondersteunend personeel, de herinvoering van loopbaantrajecten en functiebeschrijvingen in alle overheidsdiensten, een verlaging van de pensioenleeftijd naar 62 jaar met 36 premiejaren en een verlaging van de ADSE (ziektekostenverzekering) naar 1,5% en 12 maanden.

Op donderdag was er een algemene staking, de eerste die door de CGTP en UGT in 12 jaar werd uitgeroepen en die sectoren zoals transport, scholen, ziekenhuizen en gezondheidscentra trof.

De CGTP beweerde dat drie miljoen werknemers deelnamen aan de staking en de UGT schatte het deelnamepercentage op 80%.

De regering, bij monde van de minister van president Leitão Amaro, vond de deelname aan de staking onbeduidend en schatte het deelnamepercentage op 0% tot 10%.